Domingo Esteso (1882-1937), geboren in San Clemente in de provincie Cuenca in 1882, is één van de beste gitaarbouwers en belangrijkste referenties uit de geschiedenis van de Spaanse gitaar. Hij begint als leerling in het atelier van Manuel Ramírez samen met Santos Hernandez, Modesto Borreguero en Enrique Garcia. Toen Manuel Ramirez in 1916 overleed, Bleef hij nog 1 jaar werken voor de weduwe van Manuel. In 1917 opent Domingo Esteso zijn eigen atelier in de Gravina straat nr. 7, in het hart van Madrid waar zijn 2 neven hem als leerling vervoegen, Faustino Conde in 1926 en Mariano Conde in 1929. Na de Spaanse burgeroorlog en de dood van Domingo Esteso in 1937, bouwen de 2 broers, Faustino en Mariano Conde, uit respect voor hun tante Nicolasa Salamanca, gitaren met het label 'Viuda y Sobrinos de Esteso’ (Weduwe en neven van Esteso). Als zij overlijdt in 1958 verandert het label in 'Sobrinos de Domingo Esteso' (Esteso's neven). Op dat ogenblik komt de jongere broer van Faustino en Mariano, Julio Conde in het Esteso atelier werken als leerling.
Sinds de jaren '60 zijn de gitaren van de 3 Conde broers de meest gewenste instrumenten van beroemde gitaristen als Niño Ricardo, Sabicas, Melchor de Marchena, Mario Escudero, Paco de Lucía, Paco Cepero, Enrique de Melchor, Habichuela, Oscar Herrero, Gerardo Núñez Rafael Riqueni, Tomatito, Al di Meola, John McLaughlin, Bob Dylan, Cat Stevens, Leonard Cohen en vele anderen.