Elke flamencogitarist zal, vroeg of laat, de werken van Diego del Gastor studeren.
Deze bescheiden gitaar maestro werd geboren op zondag 15 maart 1908 in Arriate in de buurt van Ronda in het zuiden van Spanje, nederig omdat hij slechts enkele persoonlijke bezittingen had, zijn enige rijkdom was zijn persoonlijkheid en zijn muziek. Op zeer jonge leeftijd verhuisde zijn familie naar El Gastor in Cádiz, het dorp waar hij zijn artiestennaam van ontleende. In El Gastor werd een monument opgedragen aan Diego. in Morón de la Frontera, waar hij samen met zijn ouders vervolgens naar verhuisde, wordt Diego geëerd met een standbeeld. Diego del Gastor wordt beschouwd als één van de grote meesters van zijn tijd.
Diego is bekend als grondlegger van de ‘toque’ school van Morón (Sevilla). Diego had een zeer expressieve 'cuerda Pela' stijl, monodische stijl die hij voornamelijk met de duim en picado techniek spelled. Diego had een heel andere wijze van gitaarspelen ontwikkeld, improviseerde tijdens het flamenco zingen op een zodanige wijze dat hij niet alleen het publiek racket, maar ook de cantaores (flamenco zangers).